Prinsjesdag 2023: op deze derde dinsdag van september werden de belasting kaarten opnieuw geschud. Deze veranderingen zijn essentieel voor werkgevers, omdat ze rechtstreeks voortvloeien uit de miljoenennota en de rijksbegroting van dit jaar.
Werkgevers dienen aan het begin van het nieuwe parlementaire jaar, goed op de hoogte zijn van de aangekondigde veranderingen. Dus gaan we in dit artikel in op de veranderingen die zijn besproken en de gevolgen hiervan.
Wat gaat er veranderen?
Hieronder volgen de belangrijkste veranderingen voor werkgevers waarmee werd ingestemd in de plenaire zaal:
1. Minder zelfstandigenaftrek in 2024
De zelfstandigenaftrek is een fiscale regeling, die zelfstandige ondernemers in Nederland helpt bij het verlagen van hun belastbare inkomen. Deze aftrekpost wordt toegepast om de financiële lasten van ondernemers te verlichten. In 2023 bedraagt de zelfstandigenaftrek € 5.030.
En vanaf 2024 zal er een flinke verlaging van de zelfstandigenaftrek plaatsvinden. Deze aftrek zal namelijk dalen naar € 3.750. Dit betekent dat zelfstandige ondernemers in dat jaar minder gebruik kunnen maken van deze fiscale voordelen.
Wat betekent dit voor werkgevers?
Werkgevers die regelmatig samenwerken met zelfstandige ondernemers kunnen te maken krijgen met hogere kosten, aangezien de zelfstandigenaftrek een van de manieren is waarop zelfstandige ondernemers hun financiële lasten kunnen verminderen.
Werkgevers dienen er rekening mee te houden dat deze veranderingen in de zelfstandigenaftrek pas van kracht worden na goedkeuring door zowel de Eerste als de Tweede Kamer.
2. Minder MKB-winstvrijstelling
De belastingdruk voor werkgevers zal iets toenemen; de MKB-winstvrijstelling daalt van 14% naar 12,7% in 2024.
Wat betekent dit voor werkgevers?
Dit betekent dat ondernemers die veel winst maken, meer van deze winst aan belasting moeten afdragen.
Werkgevers krijgen mogelijk te maken krijgen met een afname van de nettowinst door hogere belastingkosten, wat investeringsbeslissingen kan beïnvloeden.
3. Verhoging van de arbeidskorting
De arbeidskorting zal in 2024 omhoog gaan. Werknemers met een inkomen tot bijna € 40.000 kunnen rekenen op extra arbeidskorting, waarbij de arbeidskorting met € 115 toeneemt voor werknemers met een salaris rond het minimumloon. Omdat deze werknemers minder inkomstenbelasting betalen, zal hun netto-inkomen stijgen.
Wat betekent dit voor werkgevers?
Omdat werknemers meer van hun bruto-inkomen behouden, kan dit leiden tot meer tevredenheid onder werknemers en een positievere werkomgeving. Bovendien kan dit extra netto-inkomen resulteren in een toename van de koopkracht onder personeel, wat gunstig kan zijn voor bedrijven die goederen of diensten aanbieden.
4. Een OV-abonnement aanbieden nu simpeler
Werknemers van OV-abonnementen voorzien wordt volgend jaar makkelijker. Deze verbetering komt in de vorm van één gerichte vrijstelling.
Wat betekent dit voor werkgevers?
Dit betekent dat werkgevers minder administratieve rompslomp hebben bij het verstrekken van OV-abonnementen aan hun personeel. Tegelijkertijd zullen werknemers profiteren van belastingvoordelen, omdat het abonnement onbelast kan blijven, wat kan dienen als aantrekkelijke secundaire arbeidsvoorwaarde.
Het is wel belangrijk dat werknemers de voorwaarden begrijpen en nakomen, met name met betrekking tot zakelijk gebruik, om de belastingvoordelen te behouden.
5. Onbelastbare reiskostenvergoeding stijgt
De maximale onbelaste reiskostenvergoeding stijgt voor het tweede opeenvolgende jaar. In 2023 ging de vergoeding van € 0,19 naar € 0,21, en in 2024 komt daar nog iets bij; werkgevers mogen hun personeel een maximale onbelaste reiskostenvergoeding van € 0,23 geven.
Wat betekent dit voor werkgevers?
Deze verhoging betekent dat werkgevers hogere kosten hebben voor werknemers die gebruikmaken van openbaar vervoer (zonder abonnement uiteraard) of hun eigen auto voor woon-werkverkeer.
Veranderingen voor werknemers
Hier zijn alle wijzigingen die al eerder (voor Prinsjesdag 2023) zijn aangekondigd voor 2024 en daarna:
Introductie van het minimumuurloon: Het minimumloon (wat per maand of week werd uitgekeerd) zal in 2024 plaatsmaken voor het minimumuurloon. De introductie van het minimumuurloon betekent dat medewerkers met werkweken van 38 of 40 uur er aanzienlijk op vooruit zullen gaan, vergeleken met wat ze voor deze regeling verdienden.
Vrije ruimte in WKR terug naar 1,92%: Werkgevers kunnen de vrije ruimte in de WKR gebruiken om onbelaste vergoedingen aan hun personeel te verstrekken. In 2023 was de vrije ruimte —die werkgevers in de WKR kunnen gebruiken om hun personeel te voorzien van onbelastbare vergoedingen— zal van de tijdelijke verhoging naar 3%, in 2024 weer terugkeren naar 1,92%.
Minder van de fiscale loonsom kan dus worden gebruikt voor onbelaste vergoedingen aan medewerkers. Bij een loonsom van
€ 400.000 heb je in 2024 een vrije ruimte van € 7.680. In 2023 was dit € 12.000.
Dag STAP-budget: Het STAP-budget—waarmee werknemers subsidie voor scholing konden ontvangen—zal vanaf 1 januari 2024 niet meer beschikbaar zijn. Het is nog niet duidelijk over of er iets anders voor in de plaats komt.
Twee belastingtarieven voor box 2: De box voor belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang zal vanaf 2024 twee belastingtarieven hanteren in plaats een. Dit geldt voor mensen met op personen met veel betrekking in een genootschap.
Het eerste tarief bedraagt 24,5% voor inkomen tot € 67.000, terwijl het tweede tarief 31% zal zijn voor inkomen boven € 67.000. Dit betekent zwaardere belastingen voor hoge dividenduitkeringen en vice versa.
Strengere regels voor tijdelijke contracten: De wachttijd tussen tijdelijke contracten wordt verlengd van 3 jaar naar 5 jaar. Wat het werken met tijdelijke contracten iets lastiger zal maken.
Simpeler verlofstelsel: Het ingewikkelde verlofstelsel met diverse soorten verlof wordt simpeler om het voor zowel werkgevers als medewerkers eenvoudiger te maken verlofregelingen te hanteren.
Recht op thuiswerken: Thuiswerk verzoeken moeten op dezelfde manier worden behandeld als aanpassingen in werktijden of arbeidsduur.
Afschaffing van het loonkostenvoordeel: Tijdens de verenigde vergadering van de Tweede en Eerste Kamer werd aangekondigd dat er per 1 januari 2026 geen sprake meer zal zijn van een loonkostenvoordeel voor oudere werknemers. Deze regeling geld voor werknemers van 56 jaar en ouder die vanuit een UWV-uitkering weer aan voor een werkgever aan het werk gingen.
Voor werkgevers die geïnteresseerd zijn in de uitstroom versnellen van oudere werknemers, is het belangrijk om tijdig strategieën te ontwikkelen die de overgang naar pensioenleeftijd soepel laten verlopen.
Blijf op de hoogte!
Kortom, Prinsjesdag 2023 bracht significante veranderingen met zich mee die van invloed zijn op werkgevers in Nederland. Deze aankondigingen, variërend van fiscale wijzigingen tot aanpassingen in arbeidsvoorwaarden en belastingtarieven, vereisen aandacht en voorbereiding van werkgevers. Het is cruciaal voor werkgevers om op de hoogte te blijven van deze wijzigingen en tijdig strategieën te ontwikkelen om zich aan te passen aan de nieuwe omstandigheden en de belangen van zowel het bedrijf als het personeel te waarborgen.